Algemeen

• De stabiliteit, beveiliging en prestaties van alle Reliance-modules zijn aanzienlijk geoptimaliseerd. Veel bewerkingen die voorheen tijdrovend waren, worden nu parallel op de achtergrond uitgevoerd, wat zorgt voor een merkbare versnelling in de verwerkingstijd.

• Het zoeken naar objecten en componenten is sterk verbeterd, met name op basis van naamherkenning, waardoor gebruikers sneller de juiste elementen kunnen vinden.

• Reliance 5 is al succesvol ingezet in grootschalige toepassingen binnen kritieke infrastructuren, waar hoge eisen worden gesteld aan beveiliging, snelheid en systeemrobuustheid.

• Daarnaast is de grafische gebruikersinterface vernieuwd: er zijn moderne pictogrammen en afbeeldingen toegevoegd, en de bedieningselementen voor het selecteren en specificeren van links zijn vereenvoudigd

64- bits Reliance

• data-start=”23″ data-end=”145″>Maakt volledig gebruik van het beschikbare werkgeheugen van de computer (de 32-bit versie is beperkt tot maximaal 3,7 GB).

• Beschikt over een afzonderlijk installatieprogramma.

Nieuwe terminologie

De onderstaande termen zijn veranderd:

• “Access rights” → “Permissions”

• “Alarm/event” → “Alarm”

Alarmen

• Het alarmsysteem is volledig herzien en wordt nu beheerd via de Alarm Manager.

• De structuur van alarmkoppelingen is gewijzigd: een alarm wordt niet langer aan een tag gekoppeld, maar de tag wordt gekoppeld aan het alarm (de koppelrichting is omgekeerd).

• Eén alarm kan nu aan meerdere tags van verschillende apparaten gekoppeld worden, waardoor het mogelijk is om met een beperkt aantal alarmdefinities een volledig SCADA-project af te dekken.

• Alarmevaluatie vindt voortaan plaats op basis van wijzigingen in waarde of kwaliteit van een tag.

• Ondersteuning toegevoegd voor aangepaste variabelen in de alarmtekst en -omschrijving.

• Nieuwe invoegvariabelen beschikbaar in de alarmtekst:

  • $(TagDescr) voor de beschrijving van een tag

  • $(TagTechName) voor de technische naam van een tag

• Mogelijkheid toegevoegd om actieve en bevestigde alarmen te verbergen — bijvoorbeeld bij sensordefecten. Na vervanging van de sensor verdwijnt het alarm automatisch. Bij een nieuwe melding verschijnt het weer, zonder handmatige interventie.

• De runtime-omgeving bevat een nieuw beheertools voor verborgen alarmen.

• Alarmweergave kan nu worden beperkt via autorisaties, ook voor interne alarmen (gedefinieerd via de Project Structure Manager).

• Alarmering kan ook worden geactiveerd via scripts met de functie RAlm.SetAlarm.

• De historische alarmweergave is geïntegreerd in het hoofdvenster van de runtime, net als de actuele alarmweergave.

• Verbeterde ondersteuning voor onderdrukking van alarmen via tags: het is nu mogelijk om het genereren, weergeven, geluid of bevestiging van een alarm afzonderlijk te onderdrukken.

• Het ontvangsttijdstip van een alarm wordt nu gesynchroniseerd tussen servers en clients, zodat deze overal gelijk is.

• Alarmen kunnen nu ook gegenereerd worden bij mislukte schrijfacties naar een tag.

• Geluiden worden niet langer per alarm afzonderlijk afgespeeld; alleen als de aangemelde gebruiker bevoegd is het alarm te zien, wordt het geluid afgespeeld.

• De configuratie van alarmtypes en -groepen is verplaatst van het Projectopties-venster naar de Alarm Manager.

• Extra beveiligingsopties toegevoegd voor acties zoals het sluiten van de alarmweergave of het bevestigen van alle alarmen.

• De eigenschap “Condition” is uitgebreid met de optie “Value out of range“.

• Nieuwe optie: “Allow use at runtime“.

• Er is een functionaliteit toegevoegd waarmee je het apparaattype kunt selecteren voor alarmen waarvan de eigenschap “Condition” is ingesteld op “Event from device”.

• Bij dynamische limietwijzigingen wordt de starttijd van het alarm bepaald door het wijzigmoment.

• Bij het activeren of deblokkeren van een alarm is de starttijd het moment van activering of deblokkering.

• In het venster “Select Alarms“ zijn de kolommen “Type” en “Condition” toegevoegd.

• Onbevestigde interne alarmen kunnen bij projectstart worden geladen vanuit de database.

• Ondersteuning toegevoegd voor overdracht en synchronisatie van interne alarmen en scriptalarmmeldingen tussen servers en clients.

• Alarmsynchronisatie tussen computers is aanzienlijk versneld (servers en clients).

• Alarmen in een SQL-database:

  • Versneld zoeken naar alarmen

  • Sneller laden van actuele alarmen bij het opstarten van een project

Data structuren

• Er is een functie toegevoegd waarmee geselecteerde tageigenschappen kunnen worden ingesteld op het niveau van velden in datastructuren (de pagina “Optional”).

• Alle tags die op basis van deze datastructuurvelden worden aangemaakt, krijgen automatisch dezelfde waardes voor deze eigenschappen. Dit vereenvoudigt het beheer van SCADA-projecten aanzienlijk.

• Daarnaast is ondersteuning toegevoegd voor SMA- en IEC62056-apparaten.

Device Manager

• De synchronisatie van tags met datastructuren is aanzienlijk versneld.

• Het is nu mogelijk om het datastructuurtype van een geselecteerde tag aan te passen.

• Daarnaast is er functionaliteit toegevoegd om het device type, inclusief het bijbehorende datastructuurtype, in één keer te wijzigen voor alle tags die binnen dat apparaat zijn gedefinieerd.

• Ook kunnen nu autorisaties en alarmgroepen worden toegekend op apparaatsniveau.

Tags

• Nieuwe eigenschappen zijn geïntroduceerd:

  • Custom data – voor het opslaan van gebruikersspecifieke gegevens

  • Share with runtime clients – bepaalt of de tag gedeeld wordt met runtime clients

  • Minimum en Maximum – voor het registreren van statistische waarden

• Daarnaast zijn er nieuwe typen speciale interne tags toegevoegd, zoals:

  • Web server status

  • Current internal alarms

  • Program handle count

  • Driver Server GDI handle count

  • User log-on date/time

  • Project version – time stamp

  • Project version – information

  • Available project version – time stamp

  • Available project version – information

  • Project hash

Acties

• Nieuwe acties zijn toegevoegd, zoals:

  • Restart project

  • Show Startup Event Log

  • Select color

  • Select window layout

  • Edit window layouts

Scripts

• Functies voor het werken met de GUI (zoals RSys.ActivateWindow) zijn nu ook beschikbaar voor Thin Clients (Web Client en Smart Client).

• Foutmeldingen bij scripts bevatten nu gedetailleerdere informatie, bijvoorbeeld welke projectgedefinieerde tag niet werd gevonden.

• Aan het data-object dat wordt teruggegeven door de functie RScr.GetCurrentScriptDataEx zijn nieuwe eigenschappen toegevoegd.

• De functie RSys.ActivateWindow heeft een optionele parameter gekregen, waarmee vensters op een specifiek scherm geopend kunnen worden, onafhankelijk van de positie van de muiscursor.

• De uitvoering van een groot aantal scripts is aanzienlijk versneld.

• Het is nu mogelijk om een specifiek script uit te voeren bij een fout in een ander script.

• De functie RSys.RelativePathToPath is aangepast: de naam van een omgevingsvariabele hoeft niet langer met een backslash te eindigen.

• Toegang tot eigenschappen van projectgedefinieerde objecten (zoals apparaten) is toegevoegd via de nieuwe GetProperty-functie binnen objecten die verkregen zijn met RProj.GetObject of RProj.GetObjectList.

• Het object RConst.ProjObjType bevat nu ook constanten voor nieuwe objecttypen: statuslijsten, statussen, statuslijstmappen en statusmappen.

• Het is nu mogelijk om componenten visueel te markeren die gekoppeld zijn aan een specifieke tag, met behulp van RTag.SetCustomHighlight.

Recepten

• het verwerken van bestanden (controleren, lezen, schrijven) gebeurt nu op de achtergrond.

Trends

• Trendviewer volledig vernieuwd met verbeterde prestaties en uitgebreide functionaliteit.

• Mogelijkheid toegevoegd om lijnen en tekst weer te geven met smoothing (anti-aliasing).

• Navigatiepaneel toegevoegd dat tijdsperioden (jaren, maanden, dagen) weergeeft in de vorm van een boomstructuur.

• Bewerking en verbergen van series eenvoudiger gemaakt.

• Ondersteuning voor eventgebaseerde historische data toegevoegd.

• Ondersteuning voor gedefinieerde datakwaliteiten toegevoegd.

• Ondersteuning voor het weergeven van data-overrides toegevoegd.

• Nieuw grafiektype “Area chart” toegevoegd.

• Mogelijkheid toegevoegd om reeksen te tekenen tot het tijdstip van de laatste communicatie (alleen voor IEC104-apparaten).

• Mogelijkheid toegevoegd om de tijdstempel van de liniaal in een tag op te slaan.

• Trend opbouwen via taglijst door het selecteren van componenten met de muis (werkt zowel in Runtime als in Thin Clients).

• Trend Manager: mogelijkheid toegevoegd om een trendreeks direct aan een tag te koppelen (in plaats van aan een datatabelveld).

Rapporten

• Legenda toegevoegd.

• Mogelijkheid toegevoegd om gegevens automatisch bij te werken.

• Ondersteuning toegevoegd voor gedefinieerde  data kwaliteiten.

• Ondersteuning toegevoegd voor het weergeven van gegevensoverschrijvingen.

• Opdrachten toegevoegd om te kunnen scrollen.

• Indicatie voor het inschakelen van een filter toegevoegd aan de statusbalk (inclusief de namen van actieve filters).

• Verbeterde export van rapporten naar XLS- en XLSX-indelingen. Celopmaak wordt nu uitgevoerd op basis van de eigenschappen van een tag (voorheen was de celopmaak ingesteld op ‘Tekst’).

• Verbeterde export van rapporten naar CSV-indeling (exporteren van weergegeven kolommen, de opmaak van numerieke waarden aanpassen, enz.).

Vensters

• Versneld laden van vensters in de Runtime-software.

• Mogelijkheid toegevoegd om een ​​venster weer te geven in plaats van een ander venster uit dezelfde map (Window Properties > Basic > “Replace window from same folder”).

• Mogelijkheid toegevoegd om een ​​venster weer te geven bij de muiscursor (Window Properties > Basic > Placement > At mouse cursor).

• Mogelijkheid toegevoegd om een ​​visualisatievenster op meerdere monitoren tegelijk weer te geven (dit geldt alleen voor de Runtime-software).

• Mogelijkheid toegevoegd om de vensterindeling onder een naam op te slaan en later te laden.

• Mogelijkheid toegevoegd om de zichtbaarheid van een laag te regelen met een tag.

• De grootte van een venster wordt ook gewijzigd bij het wijzigen van de schaal.

Componenten

• Weergave:

  • Mogelijkheid om tag-eigenschappen weer te geven

• Container:

  • Filteren van huidige en historische alarmen toegevoegd op basis van een tag-gestuurde devicelist.

  • Historische alarmen toegevoegd op basis van een tag-gestuurde devicelist.

  • Mogelijkheid toegevoegd om de grootte van een sjabloon te wijzigen.

  • Ondersteuning toegevoegd voor ankers in een sjabloon.

• BACnet – kalender:

  • Nieuw onderdeel waarmee men een agenda kan weergeven en bewerken binnen een BACnet-device.

• BACnet – uitzonderingsschema

  • Nieuw onderdeel waarmee men een uitzonderingsschema binnen een BACnet-device kan weergeven en bewerken.

• Domat – schema

  • Nieuw onderdeel waarmee men een schema kan weergeven en bewerken binnen een Domat-device.

• Domat – uitzonderingsschema

  • Nieuw onderdeel waarmee men een uitzonderingsschema binnen een Domat-device kan weergeven en bewerken.

• Trend – schema

  • Nieuw onderdeel waarmee men een schema kan weergeven en bewerken binnen een Trend-device.

• Webbrowser:

  • nieuw component gebaseerd op WebView2 (Microsoft’s Chromium-gebaseerde Edge).

Tag-gestuurde objecteigenschappen

• Veel eigenschappen die men voorheen niet kon wijzigen tijdens runtime, kunnen nu worden beheerd door een tag, bijvoorbeeld:

  • Actie-eigenschappen.

  • SQL-verbindingen voor de alarmdatabase en historische gegevens gebaseerd op gebeurtenissen.

  • IP-adres en poort van het communicatiekanaal (alleen voor licenties met een onbeperkt aantal tags).

  • Communicatiekanaal blokkeren.

  • Logboekcommunicatie met een device activeren (eigenschappen van het communicatiekanaal).

  • Alarmgroepen opgegeven voor een device

Datalogging op basis van historische gebeurtenissen

• Gegevens worden geregistreerd in een database bij geselecteerde gebeurtenissen (een wijziging in de waarde, kwaliteit of tijdstempel van een tag, het ontvangen van gegevens van een communicatiedriver).

• Mogelijkheid toegevoegd om een “dode zone” te specificeren (zodat kleine veranderingen van waarden niet worden gelogd).

• Aanzienlijke ruimtebesparing in een database.

• Configureerbaar voor een afzonderlijke tag of voor een specifiek veld binnen een datastructuur.

• Mogelijkheid toegevoegd om te bepalen naar welke tabel gegevens worden gelogd (hoofdtabel, andere gemeenschappelijke tabel, afzonderlijke tabel).

• Het is niet nodig om datatabellen te definiëren via Data Table Manager.

• Alleen voor relationele (SQL) databases.

Het beveiligen van doelobjecten

• De “Secure target objects” optie (Project Options > Security > Checking).

• Als de optie actief is, specificeert en controleert het systeem de permissies in een doelobject (bijvoorbeeld een tag).

Two-factor authentication (2FA)

• Als deze optie is ingeschakeld, moet de gebruiker zich aanmelden met een code die is gegenereerd door een authenticatie-app, zoals Google Authenticator.

Managers

• De mogelijkheid toegevoegd om objectaliassen in een boomstructuur weer te geven.

• De mogelijkheid toegevoegd om naar een object te zoeken op ID.

• De mogelijkheid toegevoegd om de ID van een geselecteerd object naar het Windows-klembord te kopiëren.

• De mogelijkheid toegevoegd om objecten (bijv. devices) met computers te verbinden volgens een patroon met behulp van de nieuwe wizard ‘Connect Objects to Computers’ (de opdracht ‘Connect Objects to Computers’).

• De mogelijkheid toegevoegd om objecten (bijv. devices) los te koppelen van computers met behulp van de nieuwe wizard ‘Disconnect Objects from Computers’ (de opdracht ‘Disconnect Objects from Computers’).

• CSV-import:

  • Wanneer het systeem het doelobject van een geïmporteerd object niet vindt, registreert het een foutmelding in zowel de foutenlijst als het logbestand.

  • Toevoeging van versneld zoeken naar objecten waarnaar het geïmporteerde object verwijst.

• Het systeem schrijft de tabel met de hoogste object-ID’s (ObjectTypes.rdt) voortaan alleen weg als er een wijziging heeft plaatsgevonden.

Project Structure Manager

• Het inschakelen van logcommunicatie met een device is verplaatst van de ‘Communication Driver Manager’ naar de ‘Project Structure Manager’ (device > channel).

• De opties “Control” en “Status” van het communicatiekanaal zijn verplaatst naar het niveau van het device.

• De mogelijkheid is toegevoegd om tags te koppelen voor de status van communicatiekanalen (statussen: Inactive/Active/All right/Communication error/Main connection/Erroneous properties).

• De mogelijkheid is toegevoegd om tags te koppelen voor het beheren van communicatiekanalen.

• Toevoeging van de ‘Automatically log on user’ > ‘Windows user’ optie.

Reliance Design ontwikkelomgeving

• Het “Welkom”-venster is opnieuw ontworpen en biedt nu toegang tot recente en favoriete projecten.

• Projectopties: uitgebreid met nieuwe mogelijkheden

  • Mogelijkheid toegevoegd om afgeleide gegevens te definiëren.

  • Ondersteuning toegevoegd voor het instellen van tagkwaliteiten en bijbehorende kleuren, voor weergave in trends en rapporten.

  • Nieuw: instelbare kleurverlopen voor de titelbalk van ingesloten vensters in de runtime-software.

• Het definiëren van permissies is verplaatst van het dialoogvenster ‘Project Options’ naar de ‘User Manager’.

• Toegevoegd: een opdracht voor het genereren van scripts voor firewallconfiguratie (TCP port exceptions).

• Mogelijkheid toegevoegd om een volledige projectmap te doorzoeken en een lijst te genereren van bestanden die geen onderdeel zijn van het project.

• Diagnostische routines zijn aanzienlijk versneld, met name in projecten die gebruikmaken van sjabloonvensters.

• Het in- en uitschakelen van projectversleuteling is opnieuw ontworpen en werkt nu aanzienlijk sneller.

• Back-up en herstel van projecten uitgebreid

  • Mogelijkheid toegevoegd om bij het maken van een back-up een notitie toe te voegen.

  • De notitie en tijdstempel van de back-up zijn beschikbaar als speciale interne tags.

• Ontwerpvenster: visuele en functionele verbeteringen

  • Kleuren van grepen bij geselecteerde componenten zijn aangepast voor betere zichtbaarheid.

  • Nieuw: mogelijkheid om de binnenafmetingen (client area) van het venster te definiëren.

  • Toegevoegd: uitlijnen van componenten ten opzichte van een referentiecomponent (relevant voor bijvoorbeeld de opdrachten “Space Equally, Vertically” en “Space Equally, Horizontally“).

• Verbeterde import van tags naar geselecteerde devices vanuit bestanden (gegenereerd door ontwikkelomgevingen) door een dialoogvenster toe te voegen voor het selecteren van geïmporteerde tags.

Runtime software

• Communicatie tussen runtime-modules geoptimaliseerd

  • Communicatie tussen runtime-softwaremodules is aanzienlijk versneld.

  • Bepaalde communicatieprocessen zijn substantieel verbeterd en versneld. Bijvoorbeeld: wanneer meerdere alarmen snel na elkaar optreden, worden ze nu in één batch verzonden.

  • Een gemeenschappelijke wachtrij is geïntroduceerd voor actuele gegevens en alarmen, waardoor deze nu afwisselend (interleaved) worden verwerkt.

  • De voorbereiding van actuele gegevens voor verzending gebeurt nu op de achtergrond en is aanzienlijk versneld.

  • Nieuwe functionaliteit: mogelijkheid om een script uit te voeren nadat de synchronisatie van actuele gegevens is voltooid.

  • Het bereik voor TCP-poortnummers is gewijzigd: de basispoort is nu 43500 (voorheen 50000).

• Afgeleide en speciale interne tags

  • Updates worden nu ook direct na het opstarten van een project uitgevoerd, ongeacht het ingestelde update-interval.

  • De tijdstempel van een waarde wordt niet langer automatisch aangepast bij elke wijziging van die waarde.

  • Toegang tot tagwaarden in het geheugen is versneld.

• Dataverwerking en logging

  • Het loggen van gegevens naar bestanden vindt nu plaats in de achtergrond, wat de prestaties ten goede komt.

  • Datatabellen: ondersteuning toegevoegd voor het loggen en laden van het laatste record van elke tabel naar/vanuit één gemeenschappelijk bestand.

  • SQL-datatabellen: het loggen en laden van gegevens naar/vanuit een database is versneld.

  • Datatabellen en real-time trends: loggen van gegevens naar tijdelijke bestanden bij het afsluiten van het project is geoptimaliseerd.

• Projectexport

  • Het exporteren van communicatiebesturingsdrivers is versneld.

  • Bij het exporteren van projectgegevens naar een SQL-database wordt de export van een tabel nu opgesplitst in meerdere transacties. Dit voorkomt prestatieproblemen bij een groot aantal records in één tabel.

Reliance Server, Reliance Control Server

• Data server-redundantie: synchronisatie van actuele gegevens aanzienlijk versneld

• Data server-redundantie: toegevoegd – verwerking van gegevens met een tijdstempel van een apparaat op de primaire server bij synchronisatie van datatabellen

• Data server-redundantie: mogelijkheid toegevoegd om de actieve rol te blokkeren via een tag

• Verwerking van historische gegevens via een REST API toegevoegd

• SQL-datatabellen: loggen van gegevens (verschiltabellen) naar tijdelijke bestanden voor clients versneld

Reliance Server, Reliance Control Server

• Het hoofdvenster maakt nu gebruik van het volledige monitoroppervlak (transparante randen verwijderd).

• Het venster “System Information” is vervangen door een dialoogvenster waarin de diagnostische webpagina van de webserver is ingebed.

• Ondersteuning toegevoegd voor een aangepaste vensterindeling.

• Project Manager: toestanden (gedefinieerd via de State Manager) worden nu gebruikt om een tagwaarde weer te geven.

• Dikke randen van ingesloten vensters (zoals de actuele alarmviewer) zijn verwijderd.

• Actuele alarmviewer: informatie over het aantal verborgen alarmen toegevoegd aan de statusbalk.

• Actuele alarmviewer: CSV-export toegevoegd.

• Historische alarmviewer:

  • Verbeterd exporteren van rapporten naar CSV-formaat (alleen weergegeven kolommen worden geëxporteerd, getalnotaties zijn verbeterd, enz.).

  • Na het instellen van een tijdfilter worden alle alarmen die aan het filter voldoen weergegeven (zonder limiet op het aantal).

  • Aantal alarmen dat bij het openen van de viewer en bij het bladeren door de geschiedenis uit een SQL-database wordt geladen, is vergroot.

Reliance View, Reliance Control, Reliance Control Server

• Het hoofdvenster gebruikt nu het volledige monitoroppervlak (transparante randen verwijderd).

• Het venster “System Information” is vervangen door een dialoogvenster waarin de diagnostische webpagina van de webserver is ingebed.

• Ondersteuning toegevoegd voor een aangepaste vensterindeling.

• Project Manager: toestanden (gedefinieerd via de Status Manager) worden nu gebruikt om tagwaarden weer te geven.

• Dikke randen van ingesloten vensters (zoals de actuele alarmviewer) zijn verwijderd.

• Actuele alarmviewer: informatie over het aantal verborgen alarmen toegevoegd aan de statusbalk.

• Actuele alarmviewer: CSV-export toegevoegd.

• Historische alarmviewer:

  • Exporteren van rapporten naar CSV-formaat verbeterd (alleen weergegeven kolommen worden geëxporteerd, numerieke waarden correct opgemaakt, enz.).

  • Na instellen van een tijdfilter worden alle bijbehorende alarmen weergegeven (zonder limiet op het aantal).

  • Het aantal alarmen dat uit een SQL-database wordt geladen bij openen en bladeren is vergroot.

Web Server en  server Web pagina

• Een lijst met rollen (zoals Web Client, Smart Client, REST API, update-server, OPC-server) kan aan de webserver worden toegewezen; de Project Structure Manager wordt gebruikt voor de toewijzing.

• De webserver is nu ook beschikbaar in Reliance View en Reliance Control (maakt weergave van een webpagina voor diagnostische doeleinden mogelijk).

• Start op vóór de projectstart om de voortgang van het opstarten weer te geven.

• Programmadiagnostiek aanzienlijk uitgebreid en verbeterd (aantal meetwaarden toegevoegd aan trends, overzicht van scripts, scripttaken, systeemthreads en andere gegevens toegevoegd).

• Mogelijkheid toegevoegd om de hoofdmap van de webserver te selecteren (WebRoot is de standaardmap voor nieuwe projecten en Thin Clients voor bestaande projecten).

• Ondersteuning voor proxyservers toegevoegd.

• Ondersteuning voor CORS (Cross-Origin Resource Sharing) toegevoegd.

• Gebruikersbeheer toegevoegd.

• REST API: interface aanzienlijk verbeterd.

• REST API: extra beveiligingsmethode toegevoegd – via gebruikersauthenticatie.

• REST API: documentatie toegevoegd via OpenAPI.

• Beveiligingsniveau verbeterd op basis van grondige penetratietests op toepassingen binnen kritieke infrastructuur.

• Prestaties van de webserver aanzienlijk verhoogd.

Automatische projectupdate

• Aanzienlijk verbeterd en versneld.

• Toegevoegd: bijwerken/synchroniseren van gebruikersprofielen.

• Mogelijkheid toegevoegd om een back-up update-server te gebruiken.

• Het uploaden van een nieuwe projectversie, het maken van een back-up van een draaiend project en het herstarten van een project kan men nu via een webpagina uitvoeren.

• Een overzicht van alle update server clients met basisdiagnostiek in de vorm van een tabel en dashboard is nu beschikbaar op een webpagina.

• De notitie en tijdstempel van de back-up van een project op de update server kunnen door clients van de server worden gebruikt in de vorm van speciale interne tags

Verbinding met relationele databases

• Microsoft SQL Server: ondersteuning toegevoegd voor verbinding via Microsoft OLE DB Driver voor SQL Server.

• mogelijkheid toegevoegd om de beschikbaarheid van een SQL-verbinding te controleren.

Reliance Web Client

• Aantal nieuwe functies toegevoegd aan de runtime-software.

• Update van de Look & Feel (grafisch thema).

• Web Client Launcher:

  • Gebaseerd op OpenJDK 21.

  • Ondersteuning toegevoegd voor uitvoering op macOS.

Reliance Smart Client

• Aantal nieuwe functies toegevoegd aan de runtime-software.

• Ondersteuning toegevoegd voor de rechtermuisknop.

• Sommige pagina’s worden nu geopend als dialoogvensters (pop-ups).

• Responsief gedrag verbeterd van lijsten, zoals de alarmviewer.

• Componenten: ondersteuning toegevoegd voor het laten knipperen van component.

• Componenten: markering van ongeldige tagwaarden met een geel kader.

• Button-component: ondersteuning toegevoegd voor een momentary button.

• Button-component: ondersteuning toegevoegd voor een button icoon.

Communicatie drivers

• Nieuwe communicatie drivers:

  • Danfoss
  • Trend
  • SMA
  • Domat
  • ZZ044

• Ondersteuning toegevoegd voor versleutelde communicatie (TLS) met devices die via een TCP-poort zijn aangesloten.

• Aanzienlijk versnelde logging van communicatie naar bestanden (dit gebeurt nu op de achtergrond).

• Reliance Driver Server (R_DrvSrv.exe) vervangen door Reliance Driver Host (R_DrvHost.exe).

• Reliance Driver Host (R_DrvHost.exe) is geen Windows-service.

• BACnet Driver: leesalarmen toegevoegd.

• AMiT Driver: ondersteuning toegevoegd voor communicatie met modellen van de tweede generatie.

• M-Bus Driver: ondersteuning toegevoegd voor secundaire adressering.

Utilities

• Server Manager: een hulpprogramma voor het beheren van servers en het uploaden van een nieuwe versie van een project naar de updateserver(s).

• R_DTMerge: basisondersteuning voor VCS (Version Control Software), d.w.z. de mogelijkheid om TortoiseSVN, TortoiseGit, enz. gemakkelijk te gebruiken (inclusief het vergelijken en samenvoegen van RDT-bestanden).

• RDT-bestandseditor: snelle filtering toegevoegd.

• RDT-bestandseditor: de mogelijkheid toegevoegd om een ​​bestand te openen met drag & drop.

RDT-formaat

• Een nieuwe, aanzienlijk verbeterde versie van het bestandsformaat voor het opslaan van een project.

• Verhoogd beveiligingsniveau.

• Aangepaste opslag van Boolean-type velden, zodat elk veld slechts één bit in beslag neemt → verkleining van projectbestanden.

• Gegevenscompressie toegevoegd → de grootte van projectbestanden is aanzienlijk verkleind.

Licentiebeleid

• Reliance 5 kent alleen één versie Design-ontwikkelomgeving (met dezelfde functies als Reliance 4 Design Enterprise).

• Reliance 5 kent alleen één versie Combi Package (met dezelfde functies als Reliance 4 Combi Package Enterprise).

• De mogelijkheid toegevoegd van een verschillend aantal datapunten voor verschillende communicatiedrivers (of device typen) in één licentiesleutel.

• Reliance Server is vervallen (Reliance Server kan worden uitgevoerd met een Reliance Control Server-licentie)

• Gemeenschappelijke licentie voor Reliance OPC Server en Reliance OPC UA Server

Overige

• De opslaglocatie voor bestanden die niet gebruikerspecifiek zijn, is gewijzigd van C:\Users\PublicDocuments\GEOVAP naar C:\ProgramData\GEOVAP.

• Er is een nieuwe omgevingsvariabele $(ProgramData) geïntroduceerd voor het werken met relatieve paden.

• Controle toegevoegd op dubbele ID’s van objecten van hetzelfde type.

• Controle toegevoegd op dubbele namen van objecten van hetzelfde type.

• Meerdere items selecteren met behulp van check boxes (bijv. permissies, alarmen, alarmtypen, alarmgroepen):

  • De mapnaam vóór de objectnaam toegevoegd.

  • De sortering van een itemlijst is gewijzigd: aangevinkte items worden nu vooraan weergegeven (alfabetisch), gevolgd door de rest van de items (alfabetisch).

• Active Directory: ondersteuning toegevoegd voor een back-up AD-server.

• Logging: een subsysteem, niveau en type toegevoegd aan elk logrecord voor eenvoudiger filteren en analyse van logging: een subsysteem, niveau en type toegevoegd aan elk logrecord voor eenvoudiger filteren en analyse.

• De mogelijkheid toegevoegd om de waarde van tags van het type ‘Date/DateTime’ en ‘Array of Date/DateTime’ niet weer te geven als deze ouder is dan 1900/1/1.

• Versneld verkrijgen van de checksum (hash) van RDT-bestanden en het gehele project.

• Sorteer records toegevoegd in het hoofdprojectbestand (.rp5).

• Een speciaal teken wordt nu altijd gebruikt om einde-regeltekens te vervangen.

• EurekaLog verwijderd (ondersteuning voor het verzenden van bug rapporten); als er een uitzondering optreedt, wordt de call stack nu naar logbestanden geschreven.

• De TeeChart-bibliotheek bijgewerkt naar versie 2022.34.220125.

• De FastReport-bibliotheek bijgewerkt naar versie 2024.2.5.

• Componenten voor het tekenen van SVG-afbeeldingen vervangen (SVG Control Package 2.4.0).

• De Sentinel LDK Licensing API wordt nu gebruikt voor licentieverificatie in hardwaresleutels.